Je werkplek voorbereiden: Kies een ruimte met veel ruimte en een stevige tafel met vierkante randen om de garenopspoeler goed vast te klemmen. Laat ruimte over voor je garenstreng.
De garenopspoeler vastklemmen: Bevestig de garenopspoeler aan de tafel met de bijbehorende klem. Leg een doek tussen de klem en de tafel om beschadiging te voorkomen en zorg ervoor dat hij goed vastzit om wiebelen te voorkomen.
De garendoorvoerarm instellen: Zoek de haak aan de onderkant van de garendoorvoerarm en een paaltje op de spoel. Wikkel de haak om de paal en zorg dat de arm naar buiten wijst. Draai de arm vast met de vlinderschroef. Een klein rubberen stukje op de arm helpt beweging te voorkomen tijdens het opwinden.
Het garen inrijgen: Zoek het uiteinde van de garenstreng en voer het door de bovenkant van de gareninvoerarm. Zorg ervoor dat het garen goed is ingeregen zonder het zicht te belemmeren als je het proces opneemt.
Het garen vastzetten: Bovenaan de toevoerarm steek je het garen in twee gleuven om het stevig op zijn plaats te houden. Laat een staart over die lang genoeg is om rond te wikkelen, maar niet overdreven lang.
Beginnen met opwikkelen: Begin met het draaien van de hendel van de garenopspoeler, meestal met de klok mee. Houd rekening met de capaciteit van je oproller, want sommige kunnen meer garen aan dan andere.
Spanning aanpassen: Pas tijdens het opwinden de spanning aan als je weerstand ondervindt of als het garen verspringt. Dit komt vaak voor tegen het einde van de streng. De zwaartekracht laten helpen kan helpen om de spanning gelijkmatig te houden.
Laatste stappen: Doe het rustig aan als je het einde van de streng nadert om ongelukken te voorkomen. Pak eventuele knopen of klitten aan voordat je verder gaat. Als je het einde hebt bereikt, stop je het uiteinde onder het gewikkelde garen om het vast te zetten.
Geniet van je garencake: Haal tot slot de netjes opgerolde garencake van de winder. Je hebt nu een georganiseerde garencake, klaar om op te bergen of direct te gebruiken in je knutselprojecten.